Het ministerie van VWS verwacht dat zorgverzekeraars 1 miljard euro minder reserves gaan inzetten om de zorgpremie te drukken. De verwachting is dat zij nog 500 miljoen van hun reserves inzetten om de prijs van de zorgverzekering 2018 lager te houden. In 2017 betaalde de zorgverzekeraars gezamenlijk nog 1,5 miljard mee.
Reserves zorgverzekeraars slinken
Zorgverzekeraars zoeken veelvuldig de media om aan te tonen en te waarschuwen dat hun reserves slinken. De grote hopen geld aan overschotten zijn volgens de zorgverzekeraars voor een groot deel al opgegaan om de zorgpremie in voorgaande jaren lager te houden. Verzekeraars houden graag een ruimere marge aan in de minimale reserves die zij van De Nederlandsche Bank moeten hanteren. Het is niet zo dat het geld op is, maar zorgverzekeraars willen het voorzichtiger inzetten. Zij waarschuwen dat het meebetalen aan de zorgpremie een keer helemaal ophoudt.
Het ministerie verwacht dat de reserves van zorgverzekeraars in totaal met 900 miljoen euro groeien in 2018.
Zorgpremie in november definitief
Hoeveel zorgverzekeraars in 2018 daadwerkelijk gaan inzetten om de zorgpremie laag te houden wordt duidelijk bij het bekendmaken van de definitieve zorgpremies 2018. Alle zorgverzekeraars hebben hier tot 12 november de tijd voor. Verzekeraars bepalen uiteindelijk zelf de prijs. Het ministerie heeft met Prinsjesdag al wel een indicatie gegeven: de nominale zorgpremie. Deze wordt geschat op 113,50 euro per maand. Op jaarbasis is dit een stijging van 72 euro. Het is ook nog van invloed of de verhoging van het eigen risico wordt teruggedraaid. Als dit zo is, stijgt de zorgpremie 2018 waarschijnlijk nog eens met 10 euro.